Stel je voor je krijgt gasten en je wilt de tafel chique dekken. Meerdere gangen en het dessert. Maar hoe zat het ook al weer. Je wilt het toch goed voor elkaar hebben. Of je zit in een chique restaurant en naast je ligt een onmetelijke rij met messen, vorken en lepels. Wat nu? Vandaag etiquette aan tafel: bestek.
Etiquette aan tafel bestek
Eigenlijk zijn er een paar regeltjes waar je je aan moet houden:
- Tafel dekken:
- Je werkt tijdens het eten van buiten naar binnen. Dat wil zeggen dat het bestek voor het hoofdgerecht het dichts bij het bord ligt en het bestek voor de eerste gang ligt aan de buitenkant.
- Vorken liggen links, messen en lepels liggen rest. Heb je zowel een mes als een lepel voor een gang nodig dan ligt het mes rechts van de lepel.
- Het bestek voor het dessert ligt boven het bord in de volgorde: dessert mes, dessertlepel, dessertvork. De vork wijst naar rechts met zijn punten. De lepel en het mes wijzen naar de andere kant.
- Messen worden met het snijvlak richting het bord gelegd.
- Tijdens het eten:
- Prak geen eten, niets is zo onbeleefd als je eten fijn prakken. De smaken komen dan niet goed meer tot hun recht.
- Voeg geen zout en/of peper toe voordat je het eten geproefd hebt. Dat is een belediging naar de gastvrouw.
- Snij precies wat je gaat eten. Ga niet met je mes aan de gang op je stukje vlees om het in kleine hapjes te bewerken, maar juist alleen het stukje dat je ook daadwerkelijk eet.
- Neem je even een pauze, maar ga je daarna verder met eten, dan leg je je bestek kruislings op je bord.
- Klaar met eten:
- Leg je mes en vork diagonaal op je bord (van linksboven naar rechtsonder).
- En hoewel het steeds ongebruikelijker wordt: er wordt niet gerookt aan tafel.
Veel succes bij je volgende diner!
Geef een reactie